L3BIOMAT
Lokale reststromen voor lokale productie van 100% biobased en circulair plaatmateriaal
Publieke samenvatting / Public summary
Aanleiding
Op dit moment zijn er stagnaties in het verlagen van de CO2-uitstoot. Dit speelt onder meer in de bouwsector, waar een steeds grotere marktvraag is naar lokale en duurzame producten om de CO2-doelstellingen te halen. Er is echter in deze sector een gebrek aan doorontwikkeling van onder meer plaatmaterialen op basis van duurzame biobased grondstoffen. Er wordt veel gebruik gemaakt van HPLs (High-Pressure-Laminates), deze worden toegepast in de interieurbouw op deuren, tafels, keukens, kasten en kastwanden. Deze platen bevatten echter synthetische, fossiele epoxy, melamine en/of fenol formaldehyde harsen. Naast dat deze materialen niet biobased zijn, zijn ze moeilijk afbreekbaar en toxisch voor mens en milieu. Ook is duidelijk dat veel bedrijven te afhankelijk zijn van lange internationale waardeketens met negatieve effecten zoals oplopende grondstofprijzen, onbetrouwbare levering en transport. Er is op dit moment echter geen structuur om lokaal van grondstof tot eindproduct te produceren. Intensieve(re) samenwerking tussen de stakeholders in de lokale keten is wenselijk om het hyperlokale economisch rendabel te maken.
Doelstelling
Het doel van deze studie is het vaststellen van de technische en economische haalbaarheid van het gebruik van hyperlokale grondstoffen voor het maken van circulaire (100% recyclebare) plaatmaterialen die in de utiliteitsbouw, interieur-, keuken- en meubel-sector conventionele plaatmaterialen kunnen vervangen. De plaatmaterialen bestaan uit uitsluitend biobased reststromen en biobased bindmiddel en slaan langdurig (versterkt door recycling) meer CO2 op dan dat er vrijkomt bij productie. Het noorden van Nederland dient in deze studie als proof-of-principle locatie. Gebaseerd op de uitkomsten van deze studie zal worden besloten of er geïnvesteerd wordt in een of meerdere lokale pilotproject(en) in het noorden van Nederland voor deze producten en zo ja, welke lokale reststromen gebruikt zullen worden en op welke afzetmarkten deze pilotprojecten zich zullen focussen. Vervolgens zal besloten worden of projecten op geïdentificeerde andere strategische locaties in Nederland zullen plaatsvinden.
Korte omschrijving
Deze studie bestaat uit vijf werkpakketten (WPs). In WP1 wordt gekeken naar de economische aspecten waaronder lokale kansrijke reststromen en de lokale afzetmogelijkheden voor de plaatmaterialen. WP2 en WP3 betreffen voornamelijk de verschillende technische aspecten; onderzoek naar bewerking van de reststromen, het maken van bindmiddelen uit deze stromen, onderzoek of de huidige productieprocessen geschikt zijn en welke recyclingprocessen nodig zijn. In WP4 komen de technische en economische aspecten van de haalbaarheidsstudie samen met de duurzaamheidsaspecten in een evaluatie die gedurende het gehele project plaatsvindt. Aan het eind van het project zal in WP4 de rapportage voor de pilotprojecten worden opgesteld. In deze studie zal Huis Veendam zich voornamelijk bezighouden met afzetmarktverkenning en de studie naar productie en recycling, Dynaplak met het maken van bindmiddel uit reststromen en recycling van het bindmiddel, Maatschap Noordhoff met selectie en bewerking van reststromen, Bouwgroep Dijkstra Draisma met de studie naar de economische haalbaarheid en lokale toepasbaarheid binnen de bouw.
Resultaat
Het eindresultaat van deze studie is de rapportage voor de pilotprojecten, waarin onder meer het potentieel, de sterke en zwakke punten van de producten en de kansen en risico's per pilotproject worden samengevat. Ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om de pilotprojecten te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.
Op dit moment zijn er stagnaties in het verlagen van de CO2-uitstoot. Dit speelt onder meer in de bouwsector, waar een steeds grotere marktvraag is naar lokale en duurzame producten om de CO2-doelstellingen te halen. Er is echter in deze sector een gebrek aan doorontwikkeling van onder meer plaatmaterialen op basis van duurzame biobased grondstoffen. Er wordt veel gebruik gemaakt van HPLs (High-Pressure-Laminates), deze worden toegepast in de interieurbouw op deuren, tafels, keukens, kasten en kastwanden. Deze platen bevatten echter synthetische, fossiele epoxy, melamine en/of fenol formaldehyde harsen. Naast dat deze materialen niet biobased zijn, zijn ze moeilijk afbreekbaar en toxisch voor mens en milieu. Ook is duidelijk dat veel bedrijven te afhankelijk zijn van lange internationale waardeketens met negatieve effecten zoals oplopende grondstofprijzen, onbetrouwbare levering en transport. Er is op dit moment echter geen structuur om lokaal van grondstof tot eindproduct te produceren. Intensieve(re) samenwerking tussen de stakeholders in de lokale keten is wenselijk om het hyperlokale economisch rendabel te maken.
Doelstelling
Het doel van deze studie is het vaststellen van de technische en economische haalbaarheid van het gebruik van hyperlokale grondstoffen voor het maken van circulaire (100% recyclebare) plaatmaterialen die in de utiliteitsbouw, interieur-, keuken- en meubel-sector conventionele plaatmaterialen kunnen vervangen. De plaatmaterialen bestaan uit uitsluitend biobased reststromen en biobased bindmiddel en slaan langdurig (versterkt door recycling) meer CO2 op dan dat er vrijkomt bij productie. Het noorden van Nederland dient in deze studie als proof-of-principle locatie. Gebaseerd op de uitkomsten van deze studie zal worden besloten of er geïnvesteerd wordt in een of meerdere lokale pilotproject(en) in het noorden van Nederland voor deze producten en zo ja, welke lokale reststromen gebruikt zullen worden en op welke afzetmarkten deze pilotprojecten zich zullen focussen. Vervolgens zal besloten worden of projecten op geïdentificeerde andere strategische locaties in Nederland zullen plaatsvinden.
Korte omschrijving
Deze studie bestaat uit vijf werkpakketten (WPs). In WP1 wordt gekeken naar de economische aspecten waaronder lokale kansrijke reststromen en de lokale afzetmogelijkheden voor de plaatmaterialen. WP2 en WP3 betreffen voornamelijk de verschillende technische aspecten; onderzoek naar bewerking van de reststromen, het maken van bindmiddelen uit deze stromen, onderzoek of de huidige productieprocessen geschikt zijn en welke recyclingprocessen nodig zijn. In WP4 komen de technische en economische aspecten van de haalbaarheidsstudie samen met de duurzaamheidsaspecten in een evaluatie die gedurende het gehele project plaatsvindt. Aan het eind van het project zal in WP4 de rapportage voor de pilotprojecten worden opgesteld. In deze studie zal Huis Veendam zich voornamelijk bezighouden met afzetmarktverkenning en de studie naar productie en recycling, Dynaplak met het maken van bindmiddel uit reststromen en recycling van het bindmiddel, Maatschap Noordhoff met selectie en bewerking van reststromen, Bouwgroep Dijkstra Draisma met de studie naar de economische haalbaarheid en lokale toepasbaarheid binnen de bouw.
Resultaat
Het eindresultaat van deze studie is de rapportage voor de pilotprojecten, waarin onder meer het potentieel, de sterke en zwakke punten van de producten en de kansen en risico's per pilotproject worden samengevat. Ook wordt aangegeven welke middelen nodig zijn om de pilotprojecten te kunnen doorvoeren en wat uiteindelijk de slaagkansen zijn.